Speciale aanvoerdersband FC Groningen krijgt plek in Groninger Museum.
De aanvoerdersband waarmee FC Groningen tegenwoordig speelt heeft een bijzondere plek gekregen in het Groninger Museum. Aanvoerder Michael de Leeuw signeerde de aanvoerdersband en plaatste deze in de collectiezaal van het museum, in de vitrine met de historische tijdlijn van Groningen. De band met het aardbevingslogo wordt vanaf het kalenderjaar 2022 door teams van FC Groningen gedragen om aandacht te vragen voor de aardbevingsproblematiek.
Jarenlang heeft Groningen heel Nederland en ook het buitenland voorzien van gas dat is opgepompt uit de bodem. Het leverde de staat veel geld op, maar zorgde in Groningen ook voor problemen omtrent aardbevingen. Sinds 2012 klinkt er vanuit de provincie een steeds luider protest tegen deze gaswinning. Als symbool voor deze protesten ontwierp Mark van Esveld uit Beerta een versie van de Groningse provincievlag. Uit teken van steun voor de gedupeerden van de aardbevingen maakte FC Groningen een speciale aanvoerdersband met deze vlag erop. Deze aanvoerdersband werd gedragen door Michael de Leeuw bij de bekerwedstrijd FC Groningen-N.E.C. op 19 januari 2022.
FC Groningen maakte eerder dit seizoen een statement door met een speciale aanvoerdersband te blijven spelen tot de eis – een ruimhartige en rechtvaardige schadeafhandeling, een vlotte en doortastende versterkingsoperatie en een wettelijk vastgelegde einddatum voor het sluiten van de Groninger gaskraan – van het Groninger Gasberaad zou worden ingewilligd. Met het creëren van een plaats in het museum voor deze bruikleen van FC Groningen ondersteunt het Groninger Museum de oproep van de voetbalclub om landelijk aandacht te blijven vragen voor de aardbevingsproblematiek in Groningen.
Michael de Leeuw voorzag de band van zijn handtekening en plaatste het gesigneerde exemplaar tijdens een officieel moment in het Groninger Museum. “Ik ben vereerd dat ik deze band in het museum heb mogen leggen,” aldus De Leeuw. “De aardbevingsproblematiek raakt het hele noorden en hiermee hopen we nog meer exposure en bewustwording te creëren.”
Foto’s: Siese Veenstra