Arts: ‘Mooi meetmoment voor spelers onder-19’.

Komende zaterdag hervat FC Groningen onder-23 de competitie in de Derde Divisie met een uitwedstrijd bij ONS Sneek. Er wordt om 15.00 uur afgetrapt op zaterdag 13 januari bij het duel tussen de nummers 13 en 3 van de ranglijst.

Zes spelers van de vaste groep van Jong FC Groningen verblijven met de eerste selectie in Spanje, net als Amir Absalem en Ludovit Reis die al in eerder dit seizoen werden doorgeschoven naar de groep van hoofdtrainer Ernest Faber. “We wisten lang van tevoren dat deze situatie eraan zat te komen en hebben daar dus ook op ingespeeld,” aldus trainer Alfons Arts. “We zijn 2018 opgestart met diverse spelers van de onder-19 en hebben deze week ook gezamenlijk eerder op de ochtend getraind. Alles om zaterdagmiddag zo goed mogelijk voor de dag te komen in Sneek. Het is een mooi meetmoment voor de jongens van onder-19 die gaan spelen.”

Leerzaam
Na een driedaagse oefenstage in Zeist verloor FC Groningen onder-23 zaterdag een oefenwedstrijd van Jupiler League-team Jong FC Utrecht met 4-1. “Afgelopen zaterdag hebben we fases in de wedstrijd prima gespeeld. Helaas waren er vier momenten van onoplettendheid, die telkens door Utrecht zeer effectief werden afgestraft. Na de 1-0 waren we eventjes van slag. Na de pauze (2-0 achterstand – red.) kregen we weer controle, maar sloeg Utrecht toe uit een omschakelmoment. De 4-1 van Kasper Oldenburger kwam uit een mooie aanval over rechts. Hij schoot ‘m in de lange hoek binnen. Al met al een leerzame wedstrijd tegen spelers die allemaal één of twee jaar ouder zijn.”

Te laag
Tegenstander ONS Sneek staat volgens Arts ‘te laag’ op de ranglijst met een voorlopige dertiende plek na zestien speelrondes. “ONS had voor de winterstop een goede fase. Het is een niet te onderschatten tegenstander. Ze beschikken over een niet al te denderend veld, maar daarop kunnen wij ons instellen. Het is een fysiek goede tegenstander met in de omschakeling drie snelle spitsen. Ze hebben uit bij Harkemase Boys niet voor niets gewonnen. In de tweede periode staan ze er – net als wijzelf – goed voor.”