Eerbetoon Stadion Oosterpark in Treslinghuis.
Vrijdagmiddag werd in het Treslinghuis aan de Klaprooslaan in de Stad een eerbetoon aan het voormalige Stadion Oosterpark onthuld. Dit als blijvende herinnering aan de geboorteplaats van FC Groningen.
Nadat de klanken van Brassband 050 waren verstomd, nam stadionspeaker Jan Wildeman het woord: “Ik was in al die jaren sinds december 2005 nog niet een keer teruggeweest in de Oosterparkwijk. Voor mij waren de lichtmasten het herkenningspunt en toen ik zojuist kwam aanrijden, waren die dus verdwenen. Een raar gevoel, maar jullie hebben hier nog steeds een prachtige wijk.”
Vervolgens kreeg directeur Hans Nijland van FC Groningen het woord om enkele herinneringen op te halen. Hij vertelde over zijn allereerste werkdag in 1996 en dat er toen slechts een handjevol medewerkers op het Stadion Oosterpark werkten. Inmiddels is in Euroborg het aantal medewerkers de honderd ruim gepasseerd. Nijland was de laatste jaren juist wel enkele keren door de Oosterparkwijk gereden en had de veranderingen dus al wel gezien.
Daarna kreeg forumleider Paul Zweverink het woord. Zweverink die op zevenjarige leeftijd door een gat in de hekken als eerste het duel GVAV-AGOVV bijwoonde en tijdens de sloop van het stadion ook nog de ‘FIOD-administratie’ aantrof in de puinhopen, introduceerde op zijn buurt twee kopstukken uit de historie van GVAV en FC Groningen: Piet Fransen en Martin Koeman. Fransen, geboren en getogen in de Hortensialaan en Koeman, geboren in Purmerend en sinds 1963 Grunninger.
Beide mannen werden eerder dit seizoen vernoemd in Euroborg en vertelden onder meer over hun maat en makker, doelman Tonny van Leeuwen, die in 1971 omkwam bij een auto-ongeluk. Koeman: “Binnen de selectie was er achteraf nogal wat schuldgevoel. We hadden een bus geregeld en zouden met het hele kampioensteam afreizen naar Rotterdam, waar de prijs voor beste doelman werd uitgereikt. Maar de ene na de andere haakte af en uiteindelijk ging niemand heen. En daardoor ging Tonny met zijn vrouw in zijn eigen auto en kreeg op de terugweg het ongeluk.”
Fransen: “Ik hoorde het van de vrouw van Wim Visser, toen ik bij haar aanbelde. ‘Heb je het al gehoord?’ Ik heb blijkbaar de melkwagen terug naar de loods gebracht, maar weet er niets meer van. Ik heb een hele dag een black-out gehad. Bij de begrafenis zeiden Peter Eimers en Jan Schipper dat ze bang waren dat de kist zou vallen. Wij droegen die als teamgenoten. Ik zei dat het ‘niet te best zou zijn’ als dat gebeurde en uiteindelijk had iedereen het bloed in de handen staan. Zo stevig hadden we de kist vastgehouden.”
Aangename en grappige herinneringen waren er ook. Koeman: “Die keer dat wij om kwart voor twaalf met de trein vertrokken naar Amsterdam. Veel te laat natuurlijk, want de wedstrijd was om half drie. Om tien voor twee kwamen we aan in Amsterdam en daar stonden taxi’s te wachten. Toen we bij het stadion kwamen, stond Ajax al klaar om te spelen. In die tijd deden we nog geen warming-up, hoefden we alleen even om te kleden. We zijn de hele wedstrijd één keer over de middellijn geweest, maar wonnen wel mooi met 0-1 door een doelpunt van Ole Fritsen.”
Fransen: “Ik had een beetje een hekel aan lopen, maar onze trainer Ron Groenewoud vond dat wij dat wel nodig hadden. En dat deden we hier in de wijk. Er was altijd een vast parkoers door het park, maar onderweg kwamen we langs het huis van een van de teamgenoten. Dus dan zei ik tegen mevrouw Hovenkamp: zet de koffie vast maar klaar. En als de ploeg dan een paar keer voorbij was gekomen, sloot ik weer achteraan en kwam ik keurig met de hele ploeg weer binnen.”
Tenslotte werd in de ontvangsthal van het Treslinghuis door beide heren een grote beeltenis van het Oosterpark (voor de bouw van de Tonny van Leeuwen-tribune) onthuld. Een foto vanaf de tribune achter het doel en genomen in 1979. Daarnaast is een grote fotocollage te zien en zijn er vanaf nu permanent oude televisiebeelden te zien over de historie van FC Groningen.