FC Groningen onder-23 op bezoek bij koploper Lisse.

Trainer Alfons Arts van FC Groningen onder-23 heeft met zijn ploeg nog twee duels voor de boeg voordat de winterstop aanbreekt. De laatste uitwedstrijd van het kalenderjaar wordt zaterdagmiddag 10 december gespeeld bij en tegen koploper FC Lisse, dat net als Groningen wat steekjes liet vallen in de afgelopen weken.

Op de reguliere ranglijst staan Lisse en Groningen respectievelijk eerste en zevende, maar in de tweede periode heeft Lisse al vijf verliespunten te pakken en Groningen al acht. Toch blijft het voor FC Groningen onder-23 een zeer interessant affiche, vindt ook Alfons Arts: “Een mooi potje!”

Analyse
Tegenstander Lisse heeft een ploeg die typerend is voor het spel in de gehele divisie, met een sterk aanspeelpunt voorin en snelle buitenspelers. “Op het middenveld een ‘breker’, een ‘loper’ en een ‘voetballer’. Maar het is niet een ploeg met uitblinkers. Het is juist een heel sterk collectief. En dat is waarschijnlijk ook waarom ze zo constant presteren.”

Lisse heeft de punten gepakt in de wedstrijden tegen de andere topploegen van de Derde Divisie Zaterdag, met uitzondering van Scheveningen-uit, waar ze verloren. “Maar de topper tegen IJsselmeervogels hebben ze gewonnen. En verdiend ook. Overigens deinzen ze er niet voor terug ook in eigen huis wat meer in te zakken en er vanuit de omschakeling uit te komen.”

Resoluter
Lisse is kwetsbaar gebleken in de afgelopen weken met een gelijkspel bij ONS Boso Sneek en daarna een verrassend ruime nederlaag bij DVS’33 in Ermelo. “In deze competitie kan echt iedereen van elkaar winnen. Dat is nog maar weer eens gebleken. En dus kunnen wij ook van iedereen verliezen als we ons niveau niet halen. Vorige week hebben we verdiend verloren van Sneek.”

Momenteel schort het bij Groningen aan het creëren van kansen. “We spelen tot twintig meter van de goal vaak prima, maar krijgen de bal onvoldoende voor de goal. De backs en buitenspelers moeten meer afstemming krijgen met de jongens voor de goal. Ze moeten dat gaan regelen. Onze aanvalspatronen zijn nu vaak nog te voorspelbaar. En we hebben genoeg kwaliteit om ook uit de tweede lijn te kunnen scoren. Tot slot moeten we ook resoluter omgaan met de kansen die we krijgen!”