Huistra: ‘Af en toe knettert het’.
Pieter Huistra maakte nog niet eerder een reeks mee van drie opeenvolgende nederlagen in zijn eerste seizoen als trainer van FC Groningen. “Door een goede organisatie en afspraken moeten we er weer bovenop zien te komen.”
“Over de afgelopen drie wedstrijden is het duidelijk dat we niet tevreden kunnen zijn en al zeker niet met de uitslagen. We hebben gezien dat het toch zeker iets doet met de ploeg in het vertrouwen en het geloof. En af en toe knettert het best wel eens. Dan is er wat irritatie, een vorm van vrijgemaakte energie. En dat hoort er ook bij. Af en toe moeten we de spelers even ‘knijpen’ om uiteindelijk onze vorm te hervinden. De afstemming binnen een team is nooit de volle honderd procent, maar in deze fase hebben we oog voor alle foutjes, die er op de trainingen gemaakt worden.”
Huistra blikte ook nog terug op het 4-1 tegen Heracles. “We hebben kunnen zien dat winst en verlies dichtbij elkaar ligt. Nu is het zaak dat we dit soort momenten juist weer naar onszelf toe trekken. In de wedstrijd zagen we dat de spelers eigenlijk iets te lekker gingen meespelen en taken verwaarloosd werden waardoor de tegenstander terug in de wedstrijd is gekomen. Het is een dure les geweest.”
Ook kijkt de trainer duidelijk in de spiegel. “Na de 1-3 zijn we achteraf misschien te snel ‘va banque’ gaan spelen. Dat is mijn eigen schuld. Door Andreas Granqvist voorin te zetten, werd de organisatie nog weer anders en de controle over de wedstrijd hebben we niet meer gehad. In zo’n fase moet je het geluk mee hebben, dat een kans van Danny Holla er bijvoorbeeld wel in valt. Het tekent misschien mijn persoon dat ik het toch nog wilde proberen.”
Nu de derde nederlaag op rij een feit is, moet er toch iets veranderen. “We moeten nu iets vinden om in ieder geval niet zo makkelijk de doelpunten tegen te krijgen. De spelers moeten elkaar helpen, afspraken nakomen en zo moeten de automatismen terugkomen. Een uitwedstrijd tegen FC Utrecht is nooit de allermakkelijkste opgave en vrijdagavond is de uitdaging des te groter!”