Sparv terug bij selectie voor bekerduel.
FC Groningen speelt woensdagavond in de kwartfinales van het bekertoernooi een uitwedstrijd tegen FC Utrecht. Bij dit duel heeft trainer Pieter Huistra weer de beschikking over Tim Sparv, die terugkeert van een schorsing.
In de korte aanloop naar het duel heeft de spelersgroep zich maandag al snel over het verlies van afgelopen zondag heen gezet. “Gisteren was er op de training een hoop positieve energie te bespeuren. Het is een hectische periode en ook interessant en leuk. We hebben na de evaluatie van het duel met Twente meteen de stap gemaakt naar Utrecht. En vandaag (dinsdag – red.) op de training hebben we een aantal accenten gelegd.”
“Voor onze spelersgroep, die beschikt over een uitstekende instelling, is het eenvoudig gebleken de knop om te zetten. Het is niet zo ingewikkeld wat ons doel is. We staan bij de laatste acht in het bekertoernooi en willen de halve finales halen. Dit is een wedstrijd die we heel graag willen winnen en daaraan zullen we alles doen. Je voelt aan alles dat het morgen zijn beslag moet gaan krijgen.”
Dat de selectie in januari, op Koen van de Laak na, vrijwel fit is, geeft trainer Huistra veel keuzes. “In vergelijking met afgelopen zondag vervangt Tim Sparv Leandro Bacuna bij ‘de achttien’. Ook Jeroen Veldmate en Jorrit Kunst zitten er niet bij. Het is goed en bemoedigend dat we over zo’n grote groep beschikken. Overigens wil ik een compliment maken aan de spelers die in belangstelling van andere clubs staan (Granqvist en Matavz – red.). Op hun inzet is niets aan te merken. Zij zijn even geconcentreerd met de wedstrijd van morgen bezig als de rest van de groep.”
Na de winterstop zullen spelers van de Beloften met enige regelmaat hun opwachting maken bij de eerste selectie. “Het team heeft gisteren met 5-1 gewonnen van Vitesse en staat keurig op de tweede plek van de ranglijst. Dat is een compliment waard aan de spelersgroep, trainer Dick Lukkien en zijn staf. De komende maanden zullen er vaker spelers aansluiten bij onze trainingen. Dat is weer een extra ‘incentive’ om door te groeien in hun ontwikkeling.”