'Wanneer zij groeien, word ik groter'.
Jarno Voorintholt is lange tijd dichtbij een loopbaan als profvoetballer, maar bereikt uiteindelijk de Eredivisie als trainer/coach. Voorintholt is fysiektrainer van de eerste selectie van FC Groningen en iedere dag bezig met groei. De trainer/coach wordt groter door anderen de laten groeien en beter te maken.
Voorintholt behoort als jonge voetballer tot de betere spelers uit zijn lichting en wordt aangemerkt als talent. De jonge middenvelder komt in de jeugdopleiding van FC Emmen terecht en reikt tot de oudste jeugdlichting. Als aanvoerder loopt hij iedere wedstrijd voorop in de strijd en zet de formatie neer op het veld. Het coachen zit Voorintholt in het bloed, zo erg dat hij op gegeven moment meer bezig is met zijn teamgenoten en het team zodat zijn teamgenoten uitblinken, maar Voorintholt zelf minder opvalt.
Topsportomgeving
“Nee, ik moet zo eerlijk zijn om te zeggen dat het me geen carrière als profvoetballer heeft gekost, want uiteindelijk waren anderen beter dan ik,” beaamt Voorintholt. “Wat ik wel al op jonge leeftijd heb gezien is dat ik een betere trainer/coach ben dan topsporter. Terwijl ik wel echt een topsportmentaliteit heb. Ik rendeer het best in een topsportomgeving. Dat is de omgeving waarin ik wil werken en genoegdoening uit haal.”
Voorintholt bevindt zich bij FC Groningen dan ook als vis in het water. De ex-topsporter volgt na zijn voetbalavontuur bij FC Emmen onder meer de verkorte officiersopleiding bij het Korps Mariniers en gaat aan de slag als docent lichamelijke opvoeding. Daardoor kiest Voorintholt bewust om na zijn actieve loopbaan als voetballer in de sport actief te blijven en als coach verder te gaan. “Het is nature en nurture. Van jongs af aan geeft het me al ongelooflijk veel voldoening om mensen om mij heen te laten groeien en dus heb ik me daarin verder ontwikkeld middels opleidingen. Mijn talent is het maximaal laten ontplooien van talenten van anderen. Sporters, mensen. Wanneer zij groeien, word ik groter.”
Leiderschap
Waar hoofdtrainer Danny Buijs de lijnen uitzet op het veld, is Voorintholt dé aangewezen man in de topsporthal van het TopsportZorgCentrum. Het is zijn domein waar gestructureerd en volgens een duidelijke visie wordt gewerkt aan de fysieke ontwikkeling van de spelers. “Leiderschap is het volgende punt waarop ik mij de komende tijd actief wil ontwikkelen. Een goede leider is authentiek, integer, verantwoordelijk, toont daadkracht en kent zichzelf goed waardoor hij anderen optimaal kan ontwikkelen. Hij of zij moet de kracht en het talent van mensen ontdekken en dat goed begeleiden op weg naar ontwikkeling. Het betekent dat je je eigen ego ook aan de kant moet durven zetten. Dat is voor mij: Word Groter.”
“Ik hecht heel veel waarde aan een legacy, een nalatenschap. Spelers hoeven mij niet als individu te herinneren, maar wel de manier waarop we bij FC Groningen gestructureerd iedere dag de voetballer en mens hebben begeleid om beter te worden, te groeien. Wat is er nou mooier dan een speler die hier binnenkomt en over drie jaar een volgende stap maakt en bij FC Groningen qua topsportgedrag heeft geleerd wat er nodig is om iedere dag te presteren? Trainen en leven als een topsporter, daar zijn we iedere dag keihard voor aan de slag.”
Visie
Voorintholt is sinds 2014 aan FC Groningen verbonden en sinds 2018 fysiektrainer puur voor de eerste selectie. De trainer/coach heeft de overgang naar het TopsportZorgcentrum niet alleen meegemaakt, maar heeft ook een duidelijke stempel gedrukt op de visie die de club uitstraalt in de manier van werken binnen de deuren van het complex. “Je kunt het gebouw al zien als een nalatenschap, maar het gaat mij nog meer om de visie die wij binnen FC Groningen uitstralen. Het belangrijkste in onze visie, mijn visie, is structuur. Alles heeft een plan en binnen de kaders vindt ontwikkeling plaats met als doel presteren. Planmatig groter worden, denken vanuit je visie en daaraan vasthouden.”
Volgens Voorintholt is de persoonlijke relatie met een speler van essentieel belang om de visie juist over te brengen. Wanneer een coach de mens achter de voetballer leert kennen, kan hij de mens coachen en wordt er een connectie gevormd. Daarna is de sporter beter te overtuigen van de visie en het plan en gaan ze erin geloven. Een plan op gebied van fysieke ontwikkeling is veelomvattend; training, voeding, herstel, belasting. En alles gaat op individuele basis.
Vooruitstrevend
“We geven daarin veel richting, maar begrijp me niet verkeerd. Juist in het bieden van structuur is ook heel veel ruimte voor creativiteit. Groeien gaat procesmatig. Het is onrealistisch om te beginnen met krachttraining en dan over een half jaar zeven kilo spiermassa erbij te hebben. Dat moet geleidelijk gaan en voor iedere speler is een persoonlijk plan. Met onze manier van werken, gekoppeld aan de visie en het plan waaraan we vasthouden zijn we vooruitstrevend in de voetballerij. Het mooie is dat spelers dit inzien. We zien ook dat werkelijk iedereen die hier langere tijd zit, groei doormaakt. Dat is af te lezen uit de data die we verzamelen.”
Fit zijn in voetbal is volgens Voorintholt 90 minuten of meer in staat zijn de juiste beslissingen te nemen op het moment dat het ertoe doet en fysiek in staat zijn de handeling die wordt gevraagd optimaal uit te voeren. Fysieke fitheid van spelers is het fundament om goede prestaties te leveren. Bij FC Groningen werkt zowel de technische staf als de afdeling performance dagelijks keihard om de fitste en sterkste spelers te creëren en beter te maken.
Consistent trainen
“Je grootste vijand op de weg naar fitheid, is te denken dat je er bent als je iets eenmalig of een korte periode doet. Topsportgedrag in voetbal is consistent over een langere periode trainen, maar ook slapen, eten en herstellen. Die componenten dragen allemaal bij aan topfit en dus succesvol kunnen zijn. Fitheid gaat in kleine stapjes. Wij vragen in gedrag heel veel van de spelers. Discipline en het plan goed uitvoeren. Niet goed is opnieuw. Alles is op z`n minst een 9.5, maar nooit een 10. Als je een 10 haalt, kun je niet verder groeien en dat is in mijn ogen onmogelijk. Eenmalig iets bijna perfect uitvoeren is dat niet zo moeilijk, een week volhouden wordt al lastiger, maar een jaar lang op tijd zijn en iedere dag weer de oefening uitermate goed uitvoeren. Dat moet je kunnen opbrengen. Dat is een onderdeel van topsportgedrag.”
Voorintholt is samen met Gerard Kemkers en Robbert de Groot één van de personen geweest die de visie en de prestatiecultuur in de topsporthal heeft kunnen opbouwen. Zijn twee voormalige collega’s zijn belangrijke schakels geweest in de persoonlijke groei van de fysiektrainer. “Robbert de Groot is echt een mentor voor me geweest. Door me een spiegel voor te houden heeft hij me veel laten nadenken. Wat is er nodig om spelers echt in de prestatiemodus te laten komen?”
Gestopt met lezen
“Ik ben altijd heel erg bezig geweest met kennis vergaren. Ontzettend veel lezen, cursussen volgen, zelf trainingen geven. Om op die manier mijn rugtas te vullen. Maar daarin moet je niet doorslaan. Op gegeven moment is de rugtas vol. Je moet ruimte in je hoofd hebben om de overload aan kennis te laten landen. Pas dan kom je tot de inzichten waarmee je verder kunt. Je hoofd heeft maar een beperkte capaciteit om kennis op te doen en te verwerken. Ik ben momenteel bewust gestopt met lezen en doe nu een stapje terug in het proces om juist verder te groeien.”
Voorintholt zet zich dagelijks keihard in om anderen te laten groeien en gebruikt zelf de topsportomgeving bij FC Groningen op zijn beurt om beter te worden. Hij vroeg het afgelopen jaar een 360-graden feedback uit bij mijn omgeving. Wat kun je aan jezelf veranderen om groter en beter te worden? “Ik heb veel gesprekken gevoerd met collega’s en coaches van andere topsportorganisaties. Zoiets is confronterend en kan alleen in een veilige omgeving. Bij FC Groningen hebben we inmiddels een cultuur ontwikkeld waarin we elkaar willen helpen. Samen willen we groeien; als club, als team waarin je functioneert en er is ruimte voor individuele groei. Een cultuur waarop we in mijn ogen trots mogen zijn en waarin ik me thuis voel.”